Waarom Japan voelde als een vakantie in een lange reis

door Bertine Travels
0 reacties

Diederik en ik zaten in ons hostel in Santiago (Chili) op bed, toen ik mij voor het eerst hardop afvroeg of het wel een goed idee was om drie weken naar Japan te gaan. We zouden over vier dagen vertrekken en alle tickets waren geboekt. Maar we waren behoorlijk moe. Ons reistempo door het laatste stukje Bolivia en Chili had behoorlijk hoog gelegen. En na Japan zou onze reis ook niet bepaald relaxed worden: er staat een 18-daagse tocht door het Everest gebergte in Nepal op de planning. Zou het niet veel relaxter zijn geweest om drie weken extra in Zuid-Amerika te hebben, of wat extra tijd in Nepal, voordat we de tocht gaan lopen? Japan is groot, druk en zou vast heel erg stressvol zijn.

Deze gedachten spookten al langer door mijn hoofd, maar ik was altijd in de veronderstelling geweest dat Japan heel hoog op Diederik zijn wensenlijstje stond. Dus dat maakte Japan belangrijk.

Ik weet niet waarom ik dan toch een paar dagen voor vertrek mijn twijfels uitsprak. En wat bleek: Diederik dacht er precíes hetzelfde over. Alleen dacht hij dat Japan juist hoog op míjn lijstje stond… Ik denk dat we de situatie zowel grappig als lichtelijk zorgelijk vonden. Maar aangezien de tickets al geboekt waren besloten we om er gewoon zin in te hebben en het op ons af te laten komen. Al hebben we de reisroute voor Japan wel iets aangepast door de Japanse Alpen te schrappen.

Maar man wat zijn we blij dat we naar Japan zijn gegaan. Het land heeft ons zo verrast. We kwamen er helemaal tot rust. Het voelde als een vakantie in een lange reis. En dit is waarom:

Japan is goed georganiseerd met duidelijke regels waar mensen zich aan houden

Houd in gedachten dat we net vier maanden in het chaotische Zuid-Amerika hadden doorgebracht. Waar verkeersregels niet bestaan of niet opgevolgd worden. Waar alles toch al snel ‘mañana, mañana’ (morgen, morgen) is. Waar je als toerist regelmatig op je hoede moet zijn voor mensen die spullen of diensten (voor teveel geld) aan je proberen te verkopen. Begrijp me niet verkeerd hoor: ik vind Zuid-Amerika fantastisch. En de meeste mensen zijn wel eerlijk en vriendelijk. Maar het continent kan ook erg vermoeiend zijn.

Wat dat betreft is Japan een oase van rust. Ondanks de gigantische drukte merk je daar nauwelijks iets van. Alles is super goed georganiseerd en mensen gaan respectvol met elkaar om. Er zijn duidelijke regels en mensen houden zich daaraan. Bijvoorbeeld in het verkeer. Wat was het heerlijk dat we er weer vanuit konden gaan dat auto’s stoppen voor stoplichten en voorrang geven aan voetgangers waar dat vereist is. We voelden ons er echt veilig! We hoefden even wat minder alert te zijn op spullen die mogelijk gestolen konden worden. We hoefden minder alert te zijn op het verkeer. We hoefden minder alert te zijn op veiligheid. Het was allemaal zo relaxed!

Een straatje met Izakaya’s in Shinjuku Tokyo

Japan is schoon

Na het knusse ‘behelpen’ in Zuid-Amerika, waar het altijd maar weer afwachten was hoe schoon een hostel was, was Japan een hygiënisch walhalla. Alles was schoon. Ook de gedeelde badkamers in hostels. Zelfs de gratis openbare toiletten op stations en in winkelcentra. En dan het eten: we hoefden ons absoluut geen zorgen over of het eten wel vers en betrouwbaar zou zijn.

Japan doet ‘westers’ aan en voelt daarom vertrouwd

Hoewel ik super van reizen houd, blijft de westerse wereld toch wel ‘home sweet home’ voor mij. Ondanks dat de Japanse cultuur echt anders is dan die van Nederland, voelde het allemaal wel heel westers. Dat heeft waarschijnlijk te maken met mijn vorige punten, namelijk dat het allemaal zo goed georganiseerd is, het schoon is, het veilig voelt en dat je weet wat de regels zijn en dat je er van op aan kan dat mensen zich eraan houden. Maar het kwam ook, doordat wij niet constant werden aangekeken als die rijke, witte, westerse toeristen. Je bent geen wandelende geldautomaat (oké, dit klinkt héél negatief – maar als je door armere landen reist krijg je soms het gevoel dat je op die manier wordt aangekeken). Japan is een economisch welvarend land, waardoor wij er als toeristen minder opvielen. We gingen meer op in de menigte. Oké, Diederik niet helemaal, want als je langer dan 2 meter bent, val je echt wel op. Maar je snapt vast wat ik bedoel.

Deze mooi aangeklede vrouwen zien er sowieso interessanter uit dan wij als toerist!

We hadden ruim gebudgetteerd en daarom elke dag geld over!

Voor Peru en Bolivia hadden we onze uitgaven bij onze planning totaal onderschat. In Peru waren onze uitgaven zelfs dubbel zo hoog als gebudgetteerd! Dat is niet heel relaxed reizen. Dan ben je constant bezig met je uitgaven. In Japan hadden we dus het omgekeerde. Daardoor konden we, voor het eerst sinds het begin van onze reis, uitgeven wat we wilden (en nóg hielden we over!). Dat was een vorm van ontspanning waar we echt van hebben genoten. Dit kon overigens ook niet op een beter moment komen. Het eten in Japan is goddelijk. Daar wil je dus echt niet op besparen!

Doordat we ruim hadden gebudgetteerd, konden we bijvoorbeeld zonder zorgen een auto huren en daarmee door Hakone cruisen.

Samengevat: hoewel we van te voren bang waren, dat Japan ons vermoeid en gestrest zou uitspuwen, was het omgekeerde waar. We kregen er onze broodnodige rust en zijn helemaal bijgekomen en uitgerust in Nepal aangekomen (afgezien van de jetlag natuurlijk).

Spelletjes slepen met een echte Maiko was absoluut een hoogtepunt

Japan: je was geweldig!

Misschien vind je dit ook leuk

Geef een reactie